Nu de zomervakantie voorbij is, is het voor velen tijd om terug te keren naar de routine, naar de stad, en daarmee de mogelijkheid om met de fiets door de stad te rijden. Wij stadsfietskenners kennen de voordelen: elke dag fietsen is gunstig voor de fysieke conditie, het kan in veel gevallen sneller zijn dan het gebruik van een motorvoertuig, waardoor je bespaart op middelen zoals brandstof, en het is een ecologisch vervoersmiddel. Daarom presenteren wij je de basisregels voor het fietsen die nodig zijn om je reizen veilig te maken. Je hoeft niet bang te zijn, je moet alleen voorzichtig omgaan met alle details die van ons afhangen.
Wat zijn de 5 basisregels voor fietsen in de stad?
1. Gebruik de juiste verlichting
Er bestaan bepaalde accessoires die onmisbaar zijn als je wilt voldoen aan de beleidsvoorschriften voor fietsen. Als je bijvoorbeeld ‘s nachts door viaducten en tunnels rijdt, moet je de juiste verlichting hebben. En deze verlichting heeft specifieke kenmerken, zoals vastgesteld door de DGT. De verlichting moet een koplamp met wit licht en een rood achterlicht bevatten, evenals een rode catadioptrische reflector die niet driehoekig is voor de achterkant.
Op deze manier zijn we volledig zichtbaar, met name voor andere voertuigen. Er zijn verschillende soorten verlichting, afhankelijk van hoe je deze gaat gebruiken. Daarom nodigen we je uit om de lijst met 10 beste fietslampen van 2020 te raadplegen in de winkel van Santafixie. Vergeet trouwens niet dat het ook nodig is om een reflecterend kledingstuk te dragen op intercitywegen als je ‘s nachts fietst.
2. Luister niet naar muziek en gebruik je mobiel niet
Als je onderweg bent, concentreer je dan op je fiets, de route en het verkeer. Je hebt nog genoeg tijd voor je telefoon! Houd er rekening mee dat het gebruik van een telefoon met koptelefoons of luidsprekers, evenals elk ander gebruik van de mobiele telefoon, verboden is. Als je moet bellen of een bericht moet beantwoorden, kun je zonder problemen stoppen. Dit zijn de regels voor het fietsen in de stad en in alle andere omstandigheden. Tijdens je reis moet je ervoor zorgen dat je zintuigen erop gericht zijn om je te helpen veilig te fietsen.
3. Gebruik een verstelde en goedgekeurde helm
Hoewel het op uitsluitend stedelijke routes niet verplicht is, is het meer dan raadzaam om te investeren in de veiligheid van elk fietsuitstapje. We worden namelijk blootgesteld aan risico’s waar we geen controle over hebben. Als er geen excuus is om het niet te doen, moeten bestuurders en passagiers op interlokale wegen een goedgekeurde helm dragen. Ook moeten eventuele passagiers op een aangepaste zitting zitten.
Je hoofd beschermen is van essentieel belang. Bovendien heb je allerlei opties, zodat je je geen zorgen hoeft te maken over het gewicht, de warmte of als je de helm voor andere, sportievere toepassingen wilt gebruiken: vind je beste optie in de lijst met de 10 beste helmen die je in de stad kunt dragen in de winkel van Santafixie.
ALLE HELMEN VOOR OP DE STADSFIETS BEKIJKEN
4. Geef je bewegingen aan
Fietsen hebben geen richtingaanwijzers, maar we kunnen wel onze bewegingen aangeven om de circulatie met andere voertuigen te vereenvoudigen en ons de schrik te besparen. Ons lichaam, vooral onze armen, kunnen ons daarbij helpen: richtingsveranderingen en rembewegingen zijn de meest beslissende bewegingen. Onszelf zichtbaar maken en waarschuwen voor onze volgende manoeuvres is van essentieel belang bij het voorkomen van onvoorziene gebeurtenissen.
Voordat je je in het verkeer begeeft en begint te rijden, moet je achter je kijken om er zeker van te zijn dat er geen voertuigen zijn of dat deze ver weg zijn. Dit kan worden aangegeven door je arm horizontaal uit te strekken op schouderhoogte, een gebaar dat ook nuttig is bij richtingsveranderingen en andere manoeuvres. Als je bijvoorbeeld een bocht naar rechts moet maken, moet je dit aangeven door je linkerarm naar boven te buigen met uitgestrekte palm, of door je rechterarm horizontaal uit te strekken met je palm naar beneden. Voor een bocht naar links is dit andersom: de rechterarm naar boven gebogen of de linkerarm gestrekt, afhankelijk van je vaardigheden. Aan de andere kant, in het geval van een stopbeweging of plotseling remmen, moet je dit aangeven door je arm op en neer te bewegen met korte en snelle bewegingen.
5. Geef voorrang waar nodig
Dit is de laatste regel, maar zeker niet onbelangrijk. Vaak zijn er fietsers die zelfverzekerd zijn en niet stoppen waar ze moeten stoppen. Toch moet je voorzichtig zijn om te zorgen dat iedereen veilig is. Natuurlijk moet je verplicht stoppen bij de verkeerslichten, tenzij je zo dicht bij de stopplek bent dat je niet veilig en op tijd kunt stoppen. Dit geldt ook wanneer je voorrang moet verlenen en bij stoptekens. Je moet ook voorrang verlenen bij een duidelijk aangegeven voetgangersoversteekplaats of wanneer je een andere weg inslaat en er voetgangers oversteken, zelfs als er geen voetgangersoversteekplaats is. Richt al je zintuigen op de weg en zet ze aan het werk.
